Home
Curriculum
Composities
CD / DVD
Links
Contact
Partituren
 
 
 
 

Karel Van Eycken

° 14.02.1943 te Vilvoorde, België.

Karel Van Eycken bouwde een loopbaan uit als bouwkundig ingenieur. Tegelijk studeerde hij van in zijn jeugd muziek : eerst de grondbeginselen en notenleer bij zijn grootvader – die dirigent was van verschillende fanfares ; daarna op eigen kracht. Componeren gebeurde alleen in de schaarse vrije tijd. Heel wat composities zagen het licht maar bij gebrek aan contacten in de muziekwereld belanden ze in de schuif.
In de jaren 1980-83 schreef Karel Van Eycken een biografie in het Nederlands  van de Tsjechische componist Bohuslav Martinu. Dit bracht hem in contact met de Tsjechische muziekwereld. In Praag werd hij voor dit werk geëerd met de Martinu medaille en werd hij ereburger van de stad Policka, geboorteplaats van Martinu.
Toen hij, op zestigjarige leeftijd zijn ingenieursloopbaan afsloot kon hij zich volledig toeleggen op componeren. De bestaande werken werden nagezien ; een groot aantal werden vernietigd. Anderen bleven bewaard en gereviseerd. Zeer snel kwamen nieuwe composities tot stand. Werken voor allerlei bezettingen zagen het licht, gaande  van solowerken voor piano, voor viool, voor altviool enz. tot werken voor groot orkest. Een pianokwartet werd opgedragen aan Harry Halbreich. Vier impromptu’s voor piano werden voor Daniel Blumenthal gecomponeerd en door hem in première gebracht. De reeks strijkkwartetten, zes in totaal tot op heden, werden alle in een prachtige interpretatie van het Cesar Franck kwartet op CD uitgegeven.
Het belangrijkste deel van het oeuvre is de kamermuziek.  We vinden er stukken voor klassieke bezettingen zoals sonates voor instrument en piano, blaaskwintetten, de strijkkwartetten enz.  maar tevens werken met ongewone bezettingen. Zo werd bv. een septet geschreven voor dezelfde bezetting als voor Stravinsky’s ‘Geschiedenis van de soldaat’ ;  uitvoerende ensembles waren de inspiratie voor nieuw werk  volgens hun samenstelling. Succes werd behaald met de partita voor 15 strijkers.
De zes symfonieën en andere grote werken liggen klaar voor uitvoering. (Er zijn in onze tijd steeds financiële  belemmeringen). We vermelden liederen en koorwerken zoals bv. ‘Klaagzang voor Irak’ voor achtstemmig gemengd koor en piano, geïnspireerd door de recente gebeurtenissen in dat land. Luchtiger is de reeks teksten van Erik Satie die omgezet werden voor zang en orkest. Nu, midden 2019, is de lijst van de gecomponeerde werken opgelopen tot nummer 140.
De composities van Karel Van Eycken zijn allen uitgegeven door DMP. Hij is lid van Comav (Componistenarchipel Vlaanderen) en van de Unie van de Belgische Componisten.

                        CD    :    Strijkkwartetten 1 & 2 en Cellosonate 1   15 € + verzending
                        Dubbel CD   :   Strijkkwartetten 3,4,5 en 6            25 € + verzending         
                        Bestellen : karel.vaneycken@telenet.be
                            BE78 3300 2533 9686                                  

 


 

Volgende concerten :

Zondag 24 september 2023 – 15.30 uur
Blaaskwintet  ‘Quintessence’
St.Katharinakerk te Humelgem (1820 Steenokkerzeel)





 

 

 

Over mijn muziek

            Door mijn interesse voor de muziek uit het verleden evenals uit het heden kreeg ik een brede kijk op dit uitgebreide landschap van allerhande stijlen, verschillende ensembles en onderwerpen. De life uitvoeringen die ik kon meemaken waren altijd zeer verrijkend.  Met bijzonder goede herinneringen denk ik terug aan de concerten die gegeven werden (letterlijk : zij waren gratis) in Flagey door de twee symfonische orkesten (Nederlandstalige en Franstalige Omroep). Zij wisselden af met uitvoeringen in studio 4. Hun repertoire was evenwichtig internationaal en nationaal. Deze orkesten hadden een grote faam.

            Te samen met de zelfstudie en het gaan luisteren naar uitvoeringen werd mijn manier van denken omtrent de muziek gevormd evenals de opvattingen die ik heb over mijn eigen composities. Uiteindelijk zijn deze laatsten eenvoudig te formuleren. Muziek blijft voor mij gefundeerd op het melodieuze. De motieven die ik gebruik zijn zelden lange volzinnen. Het gaat eerder over kortere lijnen van enkele maten die dan door metamorfose verwerkt worden in een overwegend meerstemmig geheel. Mijn muziek is dus in de eerste plaats zangerig van toon.  Het polyfone is een belangrijk element in het verloop van elke compositie waarin continu iets gebeurt. De stemmen gaan in variatievorm over van instrument naar instrument en combineren. Deze wijze van componeren geeft mijzelf de meeste voldoening en ze zal een karaktertrek blijven van mijn ganse oeuvre.

            Uiteraard klinkt mijn muziek verschillend als deze van de voorgaande componisten. Nabootsen leidt niet tot goede muziek. Voorbeelden bestuderen en daaruit besluiten trekken daarentegen kan wel en in bijzondere vormen uitmonden. Zo wordt een rondo nu een beetje anders uitgewerkt als de vroegere aba vorm maar de oorspronkelijke opvatting blijft in zekere zin aanwezig. Bijgevolg benoemen we de delen desgevallend niet met ‘rondo’, maar blijven we even abstracter door de klassieke benamingen te gebruiken zoals : allegro, vivace, adagio enz. Door deze aanduidingen weet men toch vooraf waaraan men zich verwachten kan. Het blijft trouwens een verwijzing naar hetgeen vroeger gebruikt werd, en deze verbinding met de traditie behoud ik graag. Uit het voorafgaande blijkt dat mijn composities zeer abstract zijn, zonder een ‘dramatisch’ programma. Tot nu toe denk ik er niet aan een opera te beginnen, precies omwille van die abstractheid.

            De werken zijn meestal in verschillende delen. Opnieuw denk ik dat het evenwicht in de composities het best bereikt wordt door het goede uit het verleden te bewaren. Het is geen romantische exclusiviteit om bij voorbeeld een strijkkwartet in vier delen te componeren. Wat mij betreft geeft het verdelen van een compositie een gevoel van overzicht en een zekere rust aan de luisteraar, wat er reeds voor het begin van de uitvoering ervoor zorgt dat er héél wat ten gehore gebracht zal worden. Men is er beter op ingesteld.
 
            Uit hetgeen vooraf gaat zou men kunnen veronderstellen dat ik helemaal geen nieuwe muziek componeer. Maar melodie en vorm, gesteund op de traditie, zijn slechts deelaspecten van een compositie. Belangrijk zijn de gekozen harmonieën.  Graag schrijf ik mij in in wat men het postmodernisme noemt. Deze strekking kwam na de grote experimenten vooral van de tweede helft van de twintigste eeuw, waar de grens tussen geluid en muziek helemaal vervaagde. Het postmodernisme is teruggekeerd naar de ‘mogelijkheden’ die de oudere meesters gebruikten plus een groot gamma aan uitbreidingen er van. Men mag dus opnieuw tonale akkoorden schrijven ; het hoeft niet meer permanent dissonant te zijn ; een mooie melodie schrijven is toegelaten ; dodecafonie mag toegepast worden ; atonaliteit blijft een verworvenheid ; bitonaliteit en polytonaliteit zijn vrij toepasbaar ; een werk mag zelfs in een bepaalde toonaard gecomponeerd worden. Kortom : alle verworvenheden uit het verleden, en ook nieuwe, mogen gebruikt worden.

            Het resultaat hiervan in mijn composities zou moeten zijn dat het geheel een modern klankbeeld heeft binnenin een stramien waar iedereen zich thuis voelt. De tonale achtergrond blijft dominant aanwezig.

            Van alle composities die ik tot hiertoe maakte is de reeks van zes strijkkwartetten belangrijk, evenals de drie symfonieën. In deze moderne tijd blijkt het echter niet eenvoudig om werken met grotere bezetting op het podium te krijgen. De kamermuziekwerken daarentegen hebben meer kans om in het repertoire opgenomen te worden en aldus bij de concertbezoeker bekend te geraken.

            Het blijft mijn bedoeling om de mensen mooie muziek te bezorgen.

 

Laatste aanpassing 16-05-2023 :: Webmaster Hugo ::